De uitgekiende chaos van Cage

Alsof de duvel hem op de hielen zit, rent een van de personages in Cage’ ‘Europa 1’met een noodvaart door de Bochumer Jahrhunderthalle. In de bocht van de vleugel zingt een diva, een tempel fikt af, een schip deint op de golven en een violiste zet een ferme riedel in. Tijdens deze voorstelling op de Ruhrtriennale komt het publiek ogen
en oren te kort.
Regisseur van dienst is Heiner Goebbels, de nieuwe intendant van het Duitse festival
voor de komende drie seizoenen. Ook hij kan niet om Cage heen en viert het
honderdste geboortejaar van de avant-gardereus met een nieuwe enscenering van
diens grootse en complexe ‘Europeras 1 & 2’ – vijfentwintig jaar geleden beleefden
ze hun première in Frankfurt en sindsdien zijn ze pas één keer opgevoerd.
Een knap idee voor de Ruhrtriennale, die haar programma situeert in het industriële
erfgoed van het Ruhrgebied. Ruige fabriekshallen met loopbruggen, betonnen
wanden, buizen, katrollen en overweldigende dakconstructies. En ruimte, vooral veel
ruimte. Een onuitputtelijk decor voor de kunstenaar met fantasie en een wijde blik.
Thema: geen thema voor deze triënnalecyclus, want dat beperkt de bewegingsvrijheid
van de makers en van de toeschouwers.
Componist en regisseur Heiner Goebbels (1952) – dit jaar de winnaar van de
prestigieuze International Ibsen Award – speelt in de ‘Europeras’ een vindingrijk spel
met allerhande muzikale en theaterelementen die allemaal een eigen leven leiden. De
uitgekiende chaos die Cage construeerde met behulp van het Chinese orakel I Tjing,
geeft vorm aan de mix van optredens en operafragmenten waarmee Cage de
kunstvorm in een compleet ander daglicht zette.
De tien zangers zijn gerekruteerd uit heel Europa – onder hen Ilse Eerens, Robin
Trischler en Frode Olsen – en gekostumeerd op basis van een paar honderd jaar
operageschiedenis. En de dirigent van het Festivalorchester der Ruhrtriennale? Die
ontbreekt. Op de seconde nauwkeurig volgen de kriskras verspreide musici de digitale
klokken om te weten wanneer ze die ene triller moeten spelen. De samenballing van
licht, ruimte, beweging en geluid prikkelt de zintuigen en zorgt voor een enerverende
totaalbeleving.
Een totaalbeleving die niet kan bestaan zonder hulptroepen in de vorm van tientallen
assistenten in zwarte werkoveralls. Zij sjouwen met decorstukken, verlichting en
attributen; alles in perfecte choreografie om de enorme hoeveelheid aan
changementen op de negentig meter lange bühnevloer in goede banen te leiden.
Kosten noch moeite zijn gespaard: kijken we het ene moment naar een heuse jungle,
zien we verderop een sneeuwgordijn ontstaan of een immense kroonluchter
opgetakeld worden.
Ingetogener van sfeer is ‘Europera 2’, waarbij de luisteraar bovenop de scène zit, zo
dichtbij hangt het enige decordoek dat subtiele veranderingen ondergaat. Zwart, wit,
schaduwwerking en minimale bewegingen van de zangers vormen de visuele leidraad.
Net als in deel 1 is het vocale aandeel een lust voor het oor.
Vanuit Bochum is Essen om de hoek. In Museum Folkwang is ‘Twelve Rooms’ te
bezoeken: een ontmoeting met werk van twaalf kunstenaars. Op de knieën, hoofd
bijna op de grond, staren, een glimlach: in een kleine ruimte, onder een extreem laag
plafond – alleen liggen behoort tot de mogelijkheden – kijkt iemand je aan. Even
verderop: stap, stap, stap, stap gaat het ritmisch strakke passenpatroon van tien
personen in ‘Revolving door’. En ‘Mirror check’: een vrouw onderzoekt haar blote
lichaam uiterst zorgvuldig met een handspiegel.
Smaak, fingerspitzengefühl en een hang naar het experiment van Goebbels bepalen
een intelligente staalkaart van spraakmakende producties – sommige nieuw, anderen
minder recent – op het gebied van muziek, theater, opera en dans.

Frederike Berntsen
TROUW (NL), 24 August 2012